Nooit uit de lade geweest 5

Soms zit je maanden met het werk op een spoor dat later een doodlopende weg blijkt te zijn. Met dat idee diepte ik een aquarel uit 1992 op uit de lades, een uit de serie die ik maakte naar aanleiding van de kathedraal van Chartres. Dat die weg minder doodliep dan ik destijds dacht constateer ik met een schok, nu ik de betreffende aquarel op het scherm zie. Het is alsof ik een van mijn zelfportretten van meer dan twaalf jaar later zie!

Notre-Dame de Chartres, 1200

Op het verband tussen sommige zelfportretten en de kathedraal van Chartres wees Daan Van Speybroeck wel al in de slotzinnen van zijn essay in mijn zelfportrettenboek:

" Deze verzameling zelfportretten opent nieuwe perspectieven voor onze kunstenaar, en zijn verdere leven en werk zal uitwijzen of, net als vele van zijn voorgangers, de cyclus zelfportretten 'een onvermijdelijke passage, een noodzaak' was waar hij eens te meer de vruchten van zal plukken. Vooralsnog lijkt met zelfportretten als de kathedraal van Chartres - wat wij met zelfportret nr. 140 beleven - de tijd nog niet gestroomlijnd te worden, maar de goddelijke materie vorm te krijgen en zich te openbaren. En daarin klinkt een rijke belofte tot een zich herhalende intensiteit binnen zijn oeuvre door."  Onbewaakte ogenblikken, Henk Hage zelfportretten, Zeist 2006; blz. 133

zelfportret 140, 17,4 x 17,2 cm.

Dat Daan terugblikkend een van de zelfportretten verbind met mijn eerdere Chartres werk vond ik al heel mooi, nog verrassender dat ik nu kan constateren dat ik in die Chartres aquarellen kennelijk al een kiem heb gelegd voor de latere zelfportretten. Zo zie je maar dat het doodlopen van wegen maar schijn is.

De schijnbaar doodlopende weg

Bij een bezoek aan Chartres in september 1992 zag ik in de boekwinkel tegenover de kathedraal een monumentale studie, twee dikke delen, over de bouw van de kathedraal. Prijzig, dus niet gekocht. Thuis gekomen spijt, dus bellen met die boekhandel, of ze het wilden opsturen. Op 10 oktober bracht de post: John James, Chartres les Constucteurs. Ruim vier kilo, meer dan zeshonderd bladzijden vol met prachtige constructie-tekeningen en foto's. En een minutieuze studie van de bouwgeschiedenis van de kathedraal. John James, een Australische architect, ontdekte dat de maatvoering van de stenen, uitgehakt in de groeve niet ver van de stad, jaar na jaar wijzigde. Hij trekt daaruit de conclusie dat meerdere bouwmeesters met hun ploeg steenhouwers en bouwers na elkaar aan de kathedraal werkten, elk met hun eigen maatsysteem. Dat vond hij bevestigd in het steeds wisselende profiel van de kraalranden, als een soort signatuur. James stelt dat er reizende bouwploegen geweest moeten zijn, die jaar na jaar in een andere stad werkten.

Bij het boek zit een boekenlegger met daarop de 'namen' van de bouwmeesters die de eerste tweeëntwintig jaar na elkaar in Chartres werkten. Degene die in 1194 begon, kwam in 1200, 1209 en 1215 weer terug. Die van 1195 in 1198, 1201, 1205, 1208 enz. De namen van middeleeuwse meesters zijn niet bekend. Ik stel me zo voor dat John James bij zijn onderzoek in zijn studeerkamer, zoekend naar een manier om de verschillende ploegen te onderscheiden op het idee kwam om daarvoor kleuren te gebruiken. Misschien zelfs gekleurde papiertjes op de bijbehorende stenen van de kathedraal plakte. Die kleuren komen in zijn boek terug als de 'namen' van de meesters.

John James, Chartres les Constructeurs (bijlage); De 'namen' van de bouwmeesters

Voor mij als schilder is zo'n lijstje met kleurnamen om te smullen. Vooral omdat James  de prachtige Franse namen van verfstoffen gebruikt. Als je dan ook nog eens aan aquarellen werkt, de techniek bij uitstek van kleurlagen over elkaar, dan moet zo'n lijstje toch echt als een recept gelezen worden. Maanden heb ik opgewonden de kleuren van Chartres' meesterbouwers over elkaar heen geschilderd. Tot de vierenzestig die James onderscheidde tussen 1194 en het moment van voltooiing van de kathedraal. Heel spannend omdat 'het recept' soms heel onverwachte kleuren 'voorschrijft'. Bijvoorbeeld het begin van de reeks, stel het je voor: scharlakenrood - bronsgroen - roze - olijfgroen - bronsgroen - robijnrood - scharlakenrood - bronsgroen - robijnrood - kobaltblauw! Vooral dat kobaltblauw over die lange rood/groen-reeks, dat verzin je als schilder niet. Hieronder een van de aquarellen met iets meer dan twintig kleurlagen. De grens dat het papier verzadigd is, is dan nog niet bereikt.

Notre-Dame de Chartres, ca. 1216

Deze maand

De aquarel van deze maand (Notre-Dame de Chartres, 1200) die mij aan de zelfportretten doet denken is dus volgens recept tot het moment dat Scharlaken (Écarlate) voor de tweede keer zijn stempel op de bouwplaats achterliet. Volgens John James is Scharlaken niet alleen de grondlegger van het bouwplan, hij is ook degene die het labyrint in de vloer aanbrengt. Als je de plattegrond van de kathedraal van Chartres kent, zul je in het plan van Scharlaken de positie van het middelpunt kunnen vinden.

Voor deze keer geldt onderstaande aanbod ook voor het tweede werk, Notre-Dame de Chartres, ca. 1216

  • Notre-Dame de Chartres, 1200; 1992
  • aquarel op handgeschept papier (Moulin Richard de Bas)
  • 34,8 x 26,4 cm
  • € 1000,- (galerieprijs), € 750,- (atelierprijs)
  • deze maand € 500,-  (incl. 9% BTW, deze aanbieding geldt voor het niet ingelijste werk tot volgende maand een nieuw werk aangeboden wordt)