Nooit van de vensterbank geweest

Gummigut, een natuurlijke gom, prachtig warm geel, puur als aquarelverf te gebruiken. Giftig, dus nauwelijks meer verkrijgbaar. Een overvloedige oplossing heel langzaam laten drogen in een vorm uit de bakkerij van mijn vader. Een vorm om chocolade paaseieren mee te maken. Met een stukje roestig ijzerdraad er bovenop hangt dit ei al jaren in mijn atelier naast de deur. Door die deur is het een kleine stap naar buiten, de tentoonstellingsruimte van De Nieuwe Gang. Toch is het voor mij een grote stap om het aan de andere kant van die deur aan de muur te hangen.

Ei zonder tekst, 16,5 x 13,3, x 5,4 cm.

In mijn atelier is in de loop der jaren een enorme hoeveelheid vondsten verzameld. Geordend, samengevoegd, soms met wat verf erop. Hoe langer hoe meer stof en spinrag. Bezoekers die voor het eerst in het atelier komen reageren er bijna altijd op. Ik dan: "Dat is mijn werk niet!", om vervolgens zo snel mogelijk mijn schilderijen of aquarellen onder de aandacht te brengen. "Dit is mijn werk, dat andere is Spielerei".

In 2005 had ik een tentoonstelling in Museum Kasteel Wijchen. Het idee was dat mijn werk op een of andere manier een relatie zou hebben met hun archeologische collectie. Ik had geen idee hoe dat zou kunnen. Tot de organiserende curator me wees op mijn eigen 'archeologie' in de vensterbanken. "Ja, maar dat is mijn werk niet". Toch vond ik het een aardig idee en verplaatste zoveel mogelijk naar de vitrines in het museum. Het resultaat was prachtig, niemand heeft het gemerkt!

Bij het bezoek van collega Willem Muijs en Benno Neeleman (fotograaf) aan mijn atelier in 2014 ging het net zo. Mijn persoonlijke archeologie in de vensterbanken werd het onderwerp van de grote houtskooltekening van Willem. Voor hem was dit het portret van mijn atelier. Niet de ezels, penselen en schildermaterialen.

Affiche tentoonstelling atelierportretten Willem Muijs op de deur van mijn atelier

Een détail van Willems tekening werd gebruikt voor de publiciteit van zijn atelierportretten-tentoonstelling in de Cacaofabriek in Helmond. De affiche heb ik op de atelierdeur geprikt, aan de binnenkant. Naast het ei.

Het is alsof er in de zomer van 2016 iets is gaan bewegen in mijn atelier. Een beweging van vensterbank richting deur. Nu kan ik dat zo zien, over een paar dagen gaat een van de voorwerpen die al bijna twintig jaar voor het raam staat naar een expositie in De Nieuwe Gang. SPIELEREI wordt WERK!

Kleefisch en Waalvis, 60 x 39 x 5 cm.

Deze assemblage, want dat is het, heeft haar eigen geschiedenis. Het begon met de uitgezaagde vis. Dat was de windwijzer op een vogelhuisje, bovenop een torentje op een kinderhut die ik bouwde. Een vogel als bekroning op de hut vond ik te voor de hand liggend. Dus werd het een vis. Het gestapelde karakter van het bouwsel deed me denken aan tekeningen van mijn geliefde Paul Klee. Het werd dus een vis uit een schilderij van hem.

Zonde om vijf stukjes hout van die uitgezaagde vis weg te gooien. Ik plakte ze daarom weer aan elkaar. Ik had nog een lange pin op een voet. Gaatje op de juiste plek aan de onderkant en de nieuwe vis op de pin. Voor raam, windwijzer zonder wind.

Later gebruikte ik het kartonnen visje een paar keer als sjabloon, het blauw aan de randjes en de rode spetters zijn daarvan de sporen. Aan de oever van de Waal vond ik een vissersmesje met de vorm van een visje. Mooi gezelschap voor de Klee-vis-windwijzer.

Mijn besluit om dit op een tentoonstelling te plaatsten riep een vraag op. Waar moet het dan op staan? Ik ga er toch zeker geen sokkel voor maken! Het antwoord lag klaar in mijn collectie persoonlijke archeologie in de deelverzameling vistuig. De vissen hangen nu samen aan het vissershaakje. De loodjes en plastic hoekafhouder (zo heet dat, ik heb het opgezocht) in een lang schroefoog, vrij van de muur. Later zag ik pas de gelijkenis met de wijzers van een klok, zoals je die in uurwerkreclames ziet. Het is tien voor twee.

De verbinding van vissen, vistuig en een klok zit ook in het schilderij Fischzauber van Paul Klee. Juist uit dat werk komt mijn Kleefisch. Materialen en motieven zie je in mijn schilderij Maanvis (Fischzauber) hieronder. Daaronder ook de Klee.

Maanvis (Fischzauber), 1998-2019; 41,5 x 46,5 cm.

 

Paul Klee, Fischzauber, 1925 (Coll. Philadelphia Museum of Art)

 

Beide assemblages, Ei zonder tekst en Kleefisch en Waalvis, mijn schilderij Maanvis (dat van Klee niet helaas) plus nog zeven andere werken zijn volgend weekend te zien en te koop in De Nieuwe Gang. Aan de andere kant van mijn atelierdeur. Informatie vind je onderaan dit bericht.

Hier nog een tipje van de sluier om je nieuwsgierigheid aan te wakkeren. Ik heb mijn werk voor deze tentoonstelling gekozen om hun verhalen, ze zouden niet bestaan zonder mijn diepe wortels in de kunstgeschiedenis. Naast de sporen van Klee zijn er Newman, Picasso, Malevich, Magritte, van Eyck, Memlinc en zoals je hieronder ziet de kathedraal van Chartres.

Maanknoop (Nôtre Dame de Chartres), 1993-2019; 21,8 x 12,8 x 0,4 cm.

'Wintersalon' in De Nieuwe Gang

Mocht je interesse nog niet voldoende gewekt zijn: de prijzen zijn zeer aanlokkelijk. Je bent welkom op de opening: vrijdag 20 december 20.00 uur of in het weekend.


Nooit uit de lade geweest 11

"Je aquarellen vind ik toch beter". Met dat commentaar op mijn werk begon ik deze reeks Nooit uit de lade geweest. Nog eentje. Althans, je kunt je afvragen of je dit nog een aquarel kunt noemen. In 1994 begonnen als aquarel, als ik me goed herinner zit er een potloodtekening onder. In 2011 een witte afdeklaag er overheen, daarop weer aquarelverf, zwarte lakverf (zwart in aquarel helemaal uit den boze) en in de kleur ingebed een klein stukje van een reproductie geplakt.

In gebed, 1994/2011

Het is een fragment van een 15de eeuws Vlaams portret. Van Memlinc of Rogier van der Weyden, ik weet het niet meer precies. We zien de vingers van biddende handen. Het is de titel van het werk geworden, ook omdat in het beeld dat stukje papier zo mooi is ingebed.

Er nu op terug kijkend onthult het werk zijn betekenis. Als kind en tiener heb ik uren op deze manier doorgebracht. Niet dat ik zo veel en langdurig gebeden heb, ik was misdienaar. Met de bijbehorende eerbied en toewijding volbracht ik die taak, tot ik als negentienjarige naar de academie ging.

Ik zal niet zo makkelijk uit spreken: Kunst maken is God dienen. Maar ik hoor het anderen wel eens  zeggen, musici en beeldend kunstenaars. Dat begrijp ik dan. Kan het beamen.

Dit werk toont me letterlijk de parallel die je kunt zien tussen eredienst in kerk en atelier. Wat mij betreft zijn de handen daarin cruciaal. Toewijding is de innerlijke houding.

De herkomst van dat ingeplakte fragmentje is de enorme collectie van Openbaar Kunstbezit. De losse reproducties zwerven al jaren door mijn atelier. Ik gebruik ze bijvoorbeeld om penselen op schoon te maken. De achtergebleven olieverf smeer ik erop uit. Aquarelverf gaat met water in de gootsteen.

Openbaar Kunstbezit

De olieverfresten op die reproducties gaan altijd in gesprek met de afbeelding, soms zijn dat mooie gesprekken. Bijvoorbeeld het wit uitgestreken op het portret van Michael Sweerts rechtsboven. De olieverf pakt niet overal op het gladde papier, door de uitgespaarde vlekjes wordt het wit kantachtig als de kanten kraag van de jongen eronder.

De laatste

Deze elfde Nog nooit uit de lade geweest is de laatste. Volgende maand iets heel anders.

  • In gebed, 1994/2011
  • potlood, aquarel, krijtgrond, lakverf en collage op handgeschept papier (Meirat)
  • 36,2 x 25,6 cm
  • € 1000,- (galerieprijs), € 750,- (atelierprijs)
  • deze maand € 500,-  (incl. 9% BTW, deze aanbieding geldt voor het niet ingelijste werk tot 1 januari 2020)

 

 

 

 


Nooit uit de lade geweest 10

Soms blijven aquarellen in de lade omdat ze teveel afwijken van wat ik doorgaans maak. Dat hoeft dan niet te betekenen dat ze niet goed zijn, het is meer dat ik op zo'n moment iets anders voor ogen heb. Veel van het papier wit laten, heel gebruikelijk in een aquarel, doe ik bijvoorbeeld nooit. Ja.... soms is het handgeschepte papier al zo prachtig.... Zo ook dit zware papier (1150 grs/m2), karton kan ik het beter noemen; het hoefde niet eens opgespannen te worden. Hoe ik aan dat papier kom weet ik helaas niet meer, ik had er maar een paar vellen van.

Veel heb ik er niet op gedaan, maar wel een aantal heel verschillende bewerkingen. Ik beschrijf ze zo precies mogelijk:

Altaar van het Lam, 2010; aquarel en potlood op papier, 76,4 x 59,1 cm

Een vierkant, met zacht potlood getekend. Net als het beroemde zwarte vierkant van Malevich uit 1915 een heel klein beetje scheef. Daarna heb ik het papier met grote druk onder de pers door gehaald, met kruislings erop eenzelfde vel papier dat wel al overvloedig met aquarelverf beschilderd was (zie hieronder). Ook zie ik sporen van een tweede indruk van een gang door de pers, de afdruk van de achterzijde van een strook linoleum. Tot slot de blauwe vlek aquarelverf, met een brede kwast in een kruisvormige beweging gezet, met veel water waardoor die is uitgevloeid. Het donkerste blauw is een plekje dat door de afdruk van het linoleum wat dieper in het papier ligt, het blauwe pigment is daar samengevloeid.

Waarom ben ik in deze fase met dit werk gestopt?

Altaar van het Lam, X2008/II2010; aquarel en collage op papier, 58,8 x 76,1 cm (part. coll.)

Ik herinner me nog goed wat er gebeurd was toen twee stukken papier (de aquarel met het lam en het vel met alleen nog maar het vierkant) uit de pers kwamen. Ik had in de aquarel met snippers papier het lam uit het Gentse altaarstuk van de gebroeders van Eyck geplakt. Omdat dat door opstaande snippertjes iets té wollig was, moest het even door de pers. Dan moet er voor de tegendruk iets op gelegd worden. Dat werd dus het papier met het vierkant (voor de speurneuzen: dat dit niet de enige ontmoeting werd tussen Van Eyck en Malevich kun je zien in de leporello in mijn boekje Openbaringen, zeven schilderijen). De lijm in het lam was nog niet helemaal droog, dus de twee vellen papier zaten daar een beetje aan elkaar. Met het los trekken werden de papiervezels in het tweede vel wat omhoog getrokken, waardoor ook daar het lam verscheen. Een enigszins magische gebeurtenis als je bedenkt dat er hier sprake is van het Lam Gods.... dat verscheen dus in/op mijn papier..... hoe mooi wil je hebben?

Wat blauwe verf er overheen om het wat beter zichtbaar te maken. Op de foto maar net te zien. Als je het niet ziet, op de blauwe aquarel met het lam zie je de afdruk van de potloodlijn ter hoogte van de buik, vergelijk die met de positie van het vierkant in het andere werk. Ook kun je de omtrekken van vlekken van het ene werk in het andere terugzien.

Wat ik zo mooi vind aan dit hele proces, ik zit wat te prutsen met papier, verf, snippers, lijm en een zacht potlood. Doe maar wat eigenlijk. Beelden uit de geschiedenis van de schilderkunst komen langs, mijn hoofd zit er vol mee (de eerste dertien jaar van mijn werkzame leven was ik kunstgeschiedenisleraar). Beelden die bijna altijd religieuze betekenissen dragen, of het nou een lam is of een schijnbaar betekenisloos zwart vlak. Op een wonderlijke manier krijgt gepruts betekenis.

Een ander voorbeeld. Ook met dat lam van Van Eyck.

Sjabloon en fragment van Altaar van het Lam
Sjabloon en fragment van Altaar van het Lam

Een opgeraapte steen. Langs de Waal gevonden wig met restanten verf en twee roestige spijkers erdoor. Het lam van Van Eyck (op ware grootte) uit papier uitgesneden, als sjabloon gebruikt voor verschillende schilderijen, de pootjes precies even ver van elkaar als de roestige spijkers in de wig. Een restje verbrand papier met een hoekje van het altaar van het Lam van Van Eyck, gevonden bij de vuurplaats in de tuin.

Zo samengevoegd staat deze assemblage al jaren in het atelier. De op elkaar geperste aquarellen van hierboven, die op een of andere manier een paar vormen, brachten me bij een vergelijkbaarbaar koppel. Het papieren lam zie je uitgespaard terug in de aquarel hieronder.

Johannes, Benno en het Lam, 6V2009/3IV2010

Omdat ik het als sjabloon gebruikte, lam op het schilderij leggen en met roller verf er overheen, zie je het lam exact terug. Bij de eerder besproken aquarellen staan ze spiegelbeeldig, hier niet. Het paars op de sjabloon en op het schilderij zijn hetzelfde. In de vorm van het lam zie je nog een tekening van een andere, die komt uit een vroeg middeleeuwse miniatuur. De letters eronder staan daar 'omdat er ook onderaan iets moest'. Deze letters zaten op de rand van mijn werktafel geplakt en leken me wel bruikbaar als 'iets'. De rangschikking ervan is toevallig. Nou ja ....

De keuze voor dat paars was ingegeven door de dag. 3 april was in 2010 de zaterdag voor Pasen. Twee dagen later kreeg ik het bericht dat bevriende collega Benno Sloots op die zaterdag was gestorven. In het atelier werd ik getroffen door de toevallige plaatsing van die groepjes letters: NPTE BE NON EKER. De middelste twee gevormd door de naam Benno.

Hoezo toeval? Gepruts en betekenis .... wonderlijk.

Deze maand

  • Altaar van het Lam, 2010
  • aquarel en potlood op handgeschept papier
  • 76,4 x 59,1 cm
  • de aquarel is gemonteerd op 10 mm dik foamboard met ophang-oogjes
  • € 1500,- (galerieprijs), € 1125,- (atelierprijs)
  • deze maand € 750,-  (incl. 9% BTW, deze aanbieding geldt  tot volgende maand een nieuw werk aangeboden wordt)