We gaven geen aanduiding van de maateenheid bij de titel van de tentoonstelling, 140 x 176. Vanzelfsprekend waren het voor ons centimeters. De vraag van De Nieuwe Gang aan de exposanten om in een oplage van 25 een werkje te maken voor de groeicatalogus, op het formaat A5 leidde mij vanzelf tot de maat 140 x 176, maar dan wel in millimeters. Als je bekend bent met papiermaten, dan weet je dat een A5-je iets groter is. Maar ik wist dat ‘De Doos’ waarin de werkjes verzameld kunnen worden net wat groter is. Zo weefde ik een klein werkje, om daarvan afdrukken in papier mee te maken. Gedrukt met grote druk en zonder inkt, zodat het in reliëf in het papier zichtbaar wordt.

Locht avorum, 140 x 176 mm, 2018

Ik sneed smalle strookjes uit de restanten van Willem’s schilderijen en lette vooral op de structuur en nauwelijks op de zichtbare vormen en kleuren. Juist dat leverde in mijn ogen toch een interessant beeld op. Aan de linkerkant verschijnt er zelfs de vorm van een kruis. Ik zag dat pas achteraf, als ik het had gezien terwijl ik het maakte, had ik het waarschijnlijk niet zo gelaten. Dat is het mooie van toevalligheden. Er gebeuren dingen die je niet durft te bedenken. Ik weet ook niet of Willem affiniteit had met de Christelijke symboliek, maar als iemand geleden heeft, gestorven is, dan mag wat mij betreft het kruis verschijnen.

Blinddruk

Op de foto hierboven de afdruk, ook wel blinddruk of preeg genoemd. Omdat de kleur geen rol meer speelt, is de vorm van het kruis weer verdwenen. Wel zie je in het reliëf vormen en structuren die in het weefsel niet opvallen.

Die blinddrukken zijn dus bestemd voor abonnees op ‘De Doos’. Het weefseltje vond ik wel geschikt voor de tentoonstelling. Nadenkend over hoe je dat op kunt hangen, viel mijn oog op het grijze karton van mappen uit het atelier van Klaus van de Locht. Klaus overleed in 2003, hij werkte in het atelier waarin na hem Willem Muijs heeft gewerkt. Dus als ik het ‘weefseltje van Willem’ op dat karton, zichtbaar met sporen van Klaus, zou monteren, dan levert dat een fysieke gelaagdheid op die verwijst naar de twee kunstenaars die na elkaar werkten in dat atelier op Hessenberg 1.

Onder Willem’s geweven stroken zie je de door Klaus met rood krijt geschreven fragmenten van woorden (zie de foto bovenaan deze blogpost). Op de mappen schreef hij de titels van de series die erin opgeborgen waren, zoals Rijnland Pijnland of Insula Batavorum. Die fragmenten zijn de titels die ik aan mijn kleine werkjes gaf.

Mappen uit het atelier van Klaus van de Locht

Toen ik dit aan Casper ter Heerdt vertelde, gaf hij me een boekje over Klaus met daarin onderstaande foto. In de kast links staat een hele rij van die mappen. Achter Klaus hangen, met wasknijpers aan een paar lijntjes, tekeningen en een reproductie (?) met een kruisiging. Verschijnt ook hier nota bene het kruis! “Schrijver, hou je hoofd erbij, dit is een foto van het atelier van Klaus, niet van Willem!”.

Atelier Klaus van de Locht, foto © Peter Bliek

 

Marloes Meijburg

‘Het formaat en materiaal moeten er echt bij!’. Marloes was daarover heel stellig in het gesprek dat we met elkaar hadden over wat er wel en niet op de lijst bij de tentoonstelling moest komen. “Het materiaal waarmee ik werk is heel belangrijk”.  Haar fascinatie voor oude schildermaterialen en technieken levert werk op met een bijzondere huid. Oppervlak van verf en aardstoffen, een gevoelige materialiteit. Ze schildert altijd landschappen.

In het schilderij op de foto hieronder is de blik naar beneden gericht, de denkbeeldige horizon bevindt zich boven ons gezichtsveld. Marloes vertelt dat ze aan het schilderij begon met het idee om een stuk grond van 140 x 176 te schilderen. Op een moment dat ze niet wist hoe ze verder moest, deelde ze op WhatsApp een foto van het schilderij met vrienden. Andreas Hetfeld, goede vriend van Willem, zag hem toevallig en moest denken aan een tekening van een dode ooievaar die Willem ooit maakte. Hij stuurde die naar Marloes. Wonderlijk genoeg kende zij dat werk van Willem niet, maar toen ze met de beamer de dode ooievaar op haar eigen schilderij projecteerde vielen de twee beelden schitterend samen en wist ze hoe ze verder moest. Alsof de gestorven ooievaar haar stukje grond weer tot leven wekte. Als je een beetje gevoelig bent voor symboliek, mooier kun je het niet krijgen!

Marloes Meijburg, ‘Untitled’, 140 x 176, Caseïne en olieverf op linnen

Klik op projectie van de ooievaar om het filmpje te zien dat Marloes maakte.

In een van de publicaties die Willem Muijs maakte over zijn project Het atelier als mentaal landschap staat een houtskooltekening van zijn eigen atelier. Omdat ik hierboven al hetzelfde atelier liet zien (toen nog van Klaus), zocht ik hem op. Tot mijn grote verrassing heeft Willem de tekening van de dode ooievaar op de ezel staan. Ik denk dat hij dat zo heeft gearrangeerd, immers draaide dat hele project om het atelier als spiegel van mentale processen die zich in het hoofd van de kunstenaar afspelen. Dan laat je het niet aan het toeval over wat er in het zicht staat of ligt.

Ik zie nog iets anders opmerkelijks, aan de rechterkant ligt een tekening naar een fresco van Massacio uit de Brancacci-kapel in Florence. De voorstelling: de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs. Helemaal aan de rand van de tekening, de onderbenen en voeten staan er niet op, alsof ze het beeld uit lopen…

Willem Muijs, atelier

… even terug naar mijn vorige atelierbericht waarin ik schreef over mijn ‘Triptiek voor W.M.’. De drie werken hebben alledrie een eigen titel. De eerste twee, ‘..edges..’ en ‘..heaven..’ dienden zich gewoon aan. Ik vond ze concreet en tegelijk geladen met betekenis. Maar bij de derde ‘W.M. in Paradisum’ voelde ik enige reserve. Ik had er geen idee van of Willem met zo’n door en door Christelijk motief geassocieerd zou willen worden. Nu ik in zijn atelier die Massacio zie liggen, ben ik er wel enigszins gerust op.