Nooit uit de lade geweest 10

Soms blijven aquarellen in de lade omdat ze teveel afwijken van wat ik doorgaans maak. Dat hoeft dan niet te betekenen dat ze niet goed zijn, het is meer dat ik op zo'n moment iets anders voor ogen heb. Veel van het papier wit laten, heel gebruikelijk in een aquarel, doe ik bijvoorbeeld nooit. Ja.... soms is het handgeschepte papier al zo prachtig.... Zo ook dit zware papier (1150 grs/m2), karton kan ik het beter noemen; het hoefde niet eens opgespannen te worden. Hoe ik aan dat papier kom weet ik helaas niet meer, ik had er maar een paar vellen van.

Veel heb ik er niet op gedaan, maar wel een aantal heel verschillende bewerkingen. Ik beschrijf ze zo precies mogelijk:

Altaar van het Lam, 2010; aquarel en potlood op papier, 76,4 x 59,1 cm

Een vierkant, met zacht potlood getekend. Net als het beroemde zwarte vierkant van Malevich uit 1915 een heel klein beetje scheef. Daarna heb ik het papier met grote druk onder de pers door gehaald, met kruislings erop eenzelfde vel papier dat wel al overvloedig met aquarelverf beschilderd was (zie hieronder). Ook zie ik sporen van een tweede indruk van een gang door de pers, de afdruk van de achterzijde van een strook linoleum. Tot slot de blauwe vlek aquarelverf, met een brede kwast in een kruisvormige beweging gezet, met veel water waardoor die is uitgevloeid. Het donkerste blauw is een plekje dat door de afdruk van het linoleum wat dieper in het papier ligt, het blauwe pigment is daar samengevloeid.

Waarom ben ik in deze fase met dit werk gestopt?

Altaar van het Lam, X2008/II2010; aquarel en collage op papier, 58,8 x 76,1 cm (part. coll.)

Ik herinner me nog goed wat er gebeurd was toen twee stukken papier (de aquarel met het lam en het vel met alleen nog maar het vierkant) uit de pers kwamen. Ik had in de aquarel met snippers papier het lam uit het Gentse altaarstuk van de gebroeders van Eyck geplakt. Omdat dat door opstaande snippertjes iets té wollig was, moest het even door de pers. Dan moet er voor de tegendruk iets op gelegd worden. Dat werd dus het papier met het vierkant (voor de speurneuzen: dat dit niet de enige ontmoeting werd tussen Van Eyck en Malevich kun je zien in de leporello in mijn boekje Openbaringen, zeven schilderijen). De lijm in het lam was nog niet helemaal droog, dus de twee vellen papier zaten daar een beetje aan elkaar. Met het los trekken werden de papiervezels in het tweede vel wat omhoog getrokken, waardoor ook daar het lam verscheen. Een enigszins magische gebeurtenis als je bedenkt dat er hier sprake is van het Lam Gods.... dat verscheen dus in/op mijn papier..... hoe mooi wil je hebben?

Wat blauwe verf er overheen om het wat beter zichtbaar te maken. Op de foto maar net te zien. Als je het niet ziet, op de blauwe aquarel met het lam zie je de afdruk van de potloodlijn ter hoogte van de buik, vergelijk die met de positie van het vierkant in het andere werk. Ook kun je de omtrekken van vlekken van het ene werk in het andere terugzien.

Wat ik zo mooi vind aan dit hele proces, ik zit wat te prutsen met papier, verf, snippers, lijm en een zacht potlood. Doe maar wat eigenlijk. Beelden uit de geschiedenis van de schilderkunst komen langs, mijn hoofd zit er vol mee (de eerste dertien jaar van mijn werkzame leven was ik kunstgeschiedenisleraar). Beelden die bijna altijd religieuze betekenissen dragen, of het nou een lam is of een schijnbaar betekenisloos zwart vlak. Op een wonderlijke manier krijgt gepruts betekenis.

Een ander voorbeeld. Ook met dat lam van Van Eyck.

Sjabloon en fragment van Altaar van het Lam
Sjabloon en fragment van Altaar van het Lam

Een opgeraapte steen. Langs de Waal gevonden wig met restanten verf en twee roestige spijkers erdoor. Het lam van Van Eyck (op ware grootte) uit papier uitgesneden, als sjabloon gebruikt voor verschillende schilderijen, de pootjes precies even ver van elkaar als de roestige spijkers in de wig. Een restje verbrand papier met een hoekje van het altaar van het Lam van Van Eyck, gevonden bij de vuurplaats in de tuin.

Zo samengevoegd staat deze assemblage al jaren in het atelier. De op elkaar geperste aquarellen van hierboven, die op een of andere manier een paar vormen, brachten me bij een vergelijkbaarbaar koppel. Het papieren lam zie je uitgespaard terug in de aquarel hieronder.

Johannes, Benno en het Lam, 6V2009/3IV2010

Omdat ik het als sjabloon gebruikte, lam op het schilderij leggen en met roller verf er overheen, zie je het lam exact terug. Bij de eerder besproken aquarellen staan ze spiegelbeeldig, hier niet. Het paars op de sjabloon en op het schilderij zijn hetzelfde. In de vorm van het lam zie je nog een tekening van een andere, die komt uit een vroeg middeleeuwse miniatuur. De letters eronder staan daar 'omdat er ook onderaan iets moest'. Deze letters zaten op de rand van mijn werktafel geplakt en leken me wel bruikbaar als 'iets'. De rangschikking ervan is toevallig. Nou ja ....

De keuze voor dat paars was ingegeven door de dag. 3 april was in 2010 de zaterdag voor Pasen. Twee dagen later kreeg ik het bericht dat bevriende collega Benno Sloots op die zaterdag was gestorven. In het atelier werd ik getroffen door de toevallige plaatsing van die groepjes letters: NPTE BE NON EKER. De middelste twee gevormd door de naam Benno.

Hoezo toeval? Gepruts en betekenis .... wonderlijk.

Deze maand

  • Altaar van het Lam, 2010
  • aquarel en potlood op handgeschept papier
  • 76,4 x 59,1 cm
  • de aquarel is gemonteerd op 10 mm dik foamboard met ophang-oogjes
  • € 1500,- (galerieprijs), € 1125,- (atelierprijs)
  • deze maand € 750,-  (incl. 9% BTW, deze aanbieding geldt  tot volgende maand een nieuw werk aangeboden wordt)

 


Werkplaats - broedplaats

Valkuil

Soms graaf je je eigen valkuil. Bij de uitreiking van de Kaliber Cultuurprijs, vorig jaar november, was zo'n moment. Op het podium kreeg ik de vraag of ik al een bestemming had voor het aan de prijs verbonden geldbedrag. Een van de juryleden vroeg het ook al bij het bezoek aan mijn atelier, met nog zoiets als 'ten goede komt aan de Beuningse gemeenschap'. Het is een lokale prijs, dus ik had er wel al over nagedacht. Mijn antwoord voor een volle zaal: "Ik heb een project op stapel staan dat te maken heeft met de veranderingen in de fruitteelt en de gevolgen daarvan voor het landschap in mijn directe omgeving. Ik zou het kunnen noemen Van hoogstam tot haardhout" en besefte meteen VALKUIL!

Vanaf het voorjaar 2017 maakte ik honderden foto's in de boomgaarden en begon met de opzet van een aantal grote schilderijen. Veel verder dan een opzet kwam ik niet. Dit was dus het project dat ik op stapel had staan. Ik was ermee gestopt, omdat ik worstelde met de vertaling van foto naar verf. Ik wil immers geen fotografische beelden schilderen.

Bovendien had ik nog een ander plan. De Sikkens pigmentenkast. Die gaf me in ieder geval geen probleem van zo'n vertaalslag, ik kon gewoon verf en vlekken maken van de stoffen uit de kast. Een jaar geleden schreef ik er over. Het bleek nog een hele uitzoekerij, ik heb er daarna nog een maand of vier aan gewerkt, het is dus al een tijdje klaar. Kast en schilderij vormen nu samen een geheel. Hieronder de opstelling in DNG.


Sikkens pigmentenkast - Portretten van verf, 2018-2019

Broedplaats

Sinds januari maak ik maandelijks de blogpost Nooit uit de lade geweest. Dat zijn eigenlijk geen berichten uit mijn werkplaats, eerder berichten uit mijn archief. Ik verwachtte namelijk een tobberig jaar. Het eind van het werk met de Sikkens pigmentenkast was in zicht. De opzet van de boomgaard-schilderijen moest aangepakt. Daar wilde ik royaal de tijd voor nemen, dus zag ik in de aquarellen die niet eerder uit de lade kwamen een mooie kans om mijn blog te vervolgen en kon rustig het boomgaard-werk te lijf. Zo voelt dat, schilderijen waar je op een of andere manier niet uit kwam hernemen. Het is een soort gevecht aangaan, voelt als een last. Het beste is het als schilderijen als het ware zichzelf maken. Maar bij de vertaling van foto naar verf zou dat vast niet zomaar gaan lukken.

Voor mij is dit een tobberige tijd en ik weet dat die lang kan duren. Er zit maar één ding op, dat is gewoon dóórgaan. Collega Jan Hein van Rooy noemde dit wel eens de broedperiode. Dat vond ik een mooi beeld, veel positiever dan hoe ik het noem. Het is een periode die bij werk in ontwikkeling hoort. Zoals de vogel op haar ei het nest niet verlaat, zo moet je als kunstenaar je atelierdeur dicht laten. Het is een noodzakelijkheid.

Na een paar maanden zwoegen vond ik nog steeds geen oplossing voor mijn foto-verf probleem, maar toch dóórwerken..... tot......

mijn favoriete kersenboomgaard, op het kruispunt waar ik dagelijks meerdere keren langs kom, tegen de vlakte ging. Pijnlijk, pijnlijk, maar ook dat is een noodzakelijkheid. Een verlies en voor mij tegelijk een kans. Het hout van de stammen komt in de verkoop, voor de kachel. Ik heb een partij 'entknobbels', die bij deze bomen heel karakteristiek zijn laten komen. Daarna gevraagd om de entknobbels met nog een stuk stam eraan, van de bomen uit de rijen uit mijn schilderij.

In eerste instantie zag ik voor me dat de stammen en schilderijen bij elkaar gaan horen. Ongeveer zoals de pigmentenkast en het schilderij ervan.

Atelierfoto 27 september 2019

De omgezaagde stammen moeten natuurlijk weer rechtop. Daartoe komen aan de onderkant een paar robuuste bouten. Hiermee ben ik nu een week of zes in de weer en het zal nog wel even duren voor ik ze allemaal 'overeind' heb.

Met al dat hout in het atelier heb ik mijn geworstel om van foto naar verf te komen vanzelf achter me gelaten (zoals gezegd, als het werk goed gaat, gaat het vanzelf). De stap van hout naar verf is veel makkelijker te maken. De fysieke aanwezigheid van het materiaal, de vorm, textuur, kleur van schors, mos en alg, die hoor ik roepen: "maak mij in verf!"

Proefopstelling in DNG

 

Proefopstelling in DNG, détail

Het was nog een hele zoektocht naar de goede bouten, tot ik terecht kwam bij een metaalhandel die restpartijen verhandelt. Wordt er per kilo verkocht, ik heb er al 23 kg. weggehaald en moet nog een keer terug.

Op zoek naar robuuste bouten (foto © Inge Hondebrink)

In juni 2020 zal ik dit werk tentoonstellen in De Nieuwe Gang in Beuningen. Alwaar ook mijn atelier is.