140 x 176 - uitgelicht 4

Klee en Muijs

Ik schreef onlangs over Klee en de bijNu als vervolg daarop Klee en Muijs. Niet dat ik verwacht dat Willem Muijs iets had met het werk van Paul Klee. Lees zijn net verschenen autobiografie Willem Muijs, Werdegang er maar op na. Maar in mijn hoofd hebben ze elkaar wel degelijk ontmoet. Dat kwam door het vlechten met die smalle strookjes, waar ik de afgelopen weken wat van liet zien. Vooral toen ik als variatie diagonaalsgewijs werkte. Het rood met okergeel geblokte 'speelbord' uit Assyrisch spel met bij en pion (naar Paul Klee) had ik altijd nog eens willen maken. Vooral na de toevoeging van de schaakpion onder in de lijst leek het me mooi om als quasi-archeoloog het raadsel van dat Assyrische spel van bijbehorende attributen te voorzien.

Assyrisch spel met bij en pion, 2004/2017 (détail)

Zo'n speelbordje maken is een heel precies werkje, het kwam er niet van. Met de gevlochten diagonalen was het echter zo gedaan. De okergele stroken zijn resten van de schilderijen van Willem, de rode heb ik er zelf voor gemaakt. De donkerblauwe voor de andere twee speelbordjes ook.

Ik had nog wat van die prachtige schaakstukjes die Nadine uit Bulgarije had meegenomen. Heel dun gedraaide stukken, het schijnt een Russisch model te zijn. Ze breken daardoor makkelijk, met een spijkertje erin kun je er toch nog mee spelen.

P.K. ~ W.M. en ik spelen Assyrisch (2), 2018

 

P.K. ~ W.M. en ik spelen Assyrisch (1), 2018

 

P.K. ~ W.M. en ik spelen Assyrisch (3), 2018

Zo zijn de drie werken P.K. ~ W.M. en ik spelen Assyrisch ontstaan. De speelborden zijn als het ware uit het schilderij gekomen. Alsof dit de borden waren waarop men in Assyrië het spel speelde. De zwarte achtergrond in het schilderij leidde tot de brede zwarte lijsten. Daarop namen de speelstukken plaats.

Vooral bij P.K. ~ W.M. en ik spelen Assyrisch (3) was het maken van de lijst een heel gepuzzel. Hoe klem je die vreemde hoeken bij het lijmen?

Timmermanskunst

Het formaat van de geweven delen is 140 x 176 mm. Door ze te kantelen (1) of te vervormen (3) worden de maten in hoogte en breedte groter. Met de dikke zwarte lijst waarop de schaakstukjes staan, is de beperking van de maat helemaal doorbroken. Zo onttrekken deze werkjes zich aan de titel van de tentoonstelling.

Zonder enige kennis van spelregels hebben P.K. ~ W.M. en ik een paar potjes van dat mysterieuze Assyrische spel gespeeld!

 

Noor Roelofs en Mike Roelofs

Dichter Noor Roelofs ging de uitdaging aan om de titel van de tentoonstelling, 140 x 176, te gebruiken als vertrekpunt voor een gedicht. Ik vond het prachtig toen ik dat hoorde, maar kon me er eerlijk gezegd nauwelijks iets bij voorstellen. Wat kan een dichter nou met cijfers of maten? Des te meer was ik verrast en ontroerd om het resultaat te horen. Mike Roelofs componeerde er de pianoklanken bij. Ik was geraakt door de schoonheid, maar misschien nog wel meer door de vanzelfsprekendheid van de inhoud. Het leek ineens zo logisch, dit is een gedicht dat eenvoudigweg voortkomt uit de opspanramen van Willem.

Luister zelf:

Noor Roelofs, 140 x 176, dichtraam, détail

 

Tuinhuisje met Noor Roelofs, 140 x 176 en Mike Roelofs, soundscape

Het klinkt uit het smalle tuinhuisje onder de notenboom voor De Nieuwe Gang.

Op de tentoonstelling is het gedicht te lezen op een van de spanramen die door Willem doorgezaagd waren. Noor heeft de delen met scharniertjes weer aan elkaar gezet, waardoor ze kunnen draaien. Het hangt met een lichte knik aan de muur, komt een stukje naar voren. Zo betreedt het raam de derde dimensie.

Op de koptelefoons die erbij hangen zijn gedicht en soundscape te beluisteren terwijl je meeleest.

Noor Roelofs, 140 x 176, dichtraam

Al bijna zesendertig jaar woon en werk ik in het Beuningse klooster. Niet eerder heb ik zo'n inspirerende collegialiteit ervaren als bij de voorbereiding van deze tentoonstelling. Zo heeft ook bij Noor de samenwerking haar geprikkeld. Met dat scharnierende opspanraam heeft ze haar gedicht tot beeld gemaakt. Zij noemt het een dichtraam. Het is het enige raam op de tentoonstelling dat niet bespannen is met doek of papier, maar open is gebleven. Het dichtraam is een open raam!

 

Performance Noor Roelofs en Mike Roelofs

Op tweede paasdag 2 april om 15.00 u zullen Noor en Mike live 140 x 176 en ander werk tot klinken brengen.

De Nieuwe Gang, Kloosterstraat 7, 6641 KW Beuningen

 


140 x 176 - uitgelicht 3

Nog zo'n klein weefwerkje, ik kon het net maken van de kleurige stroken die ik over had van 'W.M. in Paradisum'. De kleuren nauwelijks bewust bij elkaar gekozen leveren een beeld op dat me doet denken aan Paul Klee, schilderijen met de gekleurde vierkanten uit de tijd dat hij docent aan het Bauhaus was. Niet raar dat ik aan Klee moet denken, al sinds ik zo'n vijftig jaar geleden zijn werk leerde kennen houd ik van zijn werk. Ik heb zo ongeveer een bibliotheek met boeken over hem en schreef in mijn blog eerder over hem in het stukje Klee en de bij.

Volgende week bespreek ik hoe "Klee en Muijs" mij tot nieuw werk hebben geïnspireerd.

Rijnlan pijla, 140 x 176 mm. 2018

De wonderlijke titel 'Rijnla pijla' komt van de derde kunstenaar, die bij dit werk letterlijk op de achtergrond een rol meespeelde. Klaus van de Locht's notitie met rood krijt, door mij gesneden uit het karton van een map waarin hij tekeningen opborg van zijn serie 'Rijnland pijnland'. Klaus maakte een schrijffout en door mijn uitsnede viel de laatste letter van Rijnland weg.

Rijnlan pijla, 140 x 176 mm. 2018

 

José Seeling

Toen ik in 1982 in het klooster kwam wonen, had José daar al een jaar of langer een atelier in de kamer van de hoofdzuster van de school. Ze werkte in die tijd met pastelkrijt aan nachtlandschappen. Diep zwart, met een fluwelig en kwetsbaar oppervlak. Je blik verdween zowat in het donker, steeds meer nuances vindend. Ik herinner me de vloer in dat atelier, onder de ezel lag een strook intens zwart poeder, het neergedwarrelde stof van het eindeloos aangebrachte zwarte krijt. Ik dacht er weer aan door het witte papierstof in het atelier van Nadine, waar ik twee weken geleden over schreef.

Door de zwarte en witte stoflaagjes in hun ateliers besef ik hoe sterk José en Nadine elkaars tegenpolen zijn. Niet alleen in de kleur van hun atelierstof.

José Seeling, vier maal 'Weurt'

Aan het begin van de tentoonstelling hangen van José vier kleine schilderijtjes. Vier keer hetzelfde landschap, met dezelfde titel, 'Weurt'. Je denkt al gauw dat het de vier seizoenen zijn. Maar als je beter kijkt, blijkt dat niet te kloppen. Ze zijn alle vier in dezelfde winter geschilderd. Je ziet steeds hetzelfde uitzicht uit haar atelier, de boomgaard van haar oom. Met ander weer, ander licht, het groen dat het voorjaar aankondigt. Het zijn er vier uit een serie van zevenenveertig, gemaakt gedurende een jaar.

José heeft aan vier seizoenen niet genoeg. Ik denk aan de schilderijtjes die ze maakte van een stukje uiterwaard, ook bij Weurt. Een meidoorn, een poeltje. Ze kwam er elke dag langs, op de fiets over de dijk van Beuningen naar haar atelier in Weurt. Een jaar lang schilderde ze dat zelfde stukje uiterwaard. Elke dag weer zag ze hoe anders het was, nam het in haar op, om er op die dag een schilderij van te maken. Al die schilderijen bij elkaar maken het verstrijken van de tijd zichtbaar. In alle eenvoud, door heel precies de dagelijkse veranderingen in weer en licht, in water en lucht te noteren.

José Seeling, 'Boomgaard van mijn oom', 15 panelen

De vijftien paneeltjes 'Boomgaard van mijn oom', zijn opnieuw observaties van de veranderingen in het landschap. Nu is het geen landschap zoals we gewend zijn, land - horizon - lucht. We zien de boomgaard van bovenaf.

Tussendoor iets over José: bij de oom van de boomgaard had José vanaf 1990 haar atelier. Tot ome Thee, zo spreekt ze zijn naam uit, in 2010 overleed. De kleine blokjes, steeds in de rechter bovenhoek van de schilderijen, zijn het huis en de schuur. De kleinste van die twee het huis, geen groot huis, op de verdieping een kleine kamer, de plek waar José volhardend werkte aan het noteren van haar observaties.  In Weurt geboren, is zij diep geworteld in die paar vierkante kilometer tussen Beuningen en Weurt.

José Seeling, 'Boomgaard van mijn oom'

Eén schilderij van een boomgaard van bovenaf gezien zou ik gewoon een plattegrond noemen. Maar bij zo'n reeks, waarin opnieuw het verstrijken van de de tijd zichtbaar wordt, is het anders. Alsof er kaarten, plattegronden naast elkaar gelegd zijn die de veranderingen over jaren laten zien. De geschiedenis van een plek tonen. Met haar blik van boven, meer nog een drone- dan een helikopterview, voegt José een dimensie toe aan het noteren van het verstrijken van de tijd. Bij de subtiele veranderingen van dag tot dag voegen zich grote veranderingen. Veranderingen die zich over jaren uitstrekken. Zijn de eerste observaties die van natuurlijke processen, de laatste hangen samen met de mensen, met leven en sterven. De vijftien panelen 'Boomgaard van mijn oom'  tonen de kleine veranderingen in de natuur en doen me de grote veranderingen in mensenlevens beseffen.


140 x 176 - uitgelicht 2

We gaven geen aanduiding van de maateenheid bij de titel van de tentoonstelling, 140 x 176. Vanzelfsprekend waren het voor ons centimeters. De vraag van De Nieuwe Gang aan de exposanten om in een oplage van 25 een werkje te maken voor de groeicatalogus, op het formaat A5 leidde mij vanzelf tot de maat 140 x 176, maar dan wel in millimeters. Als je bekend bent met papiermaten, dan weet je dat een A5-je iets groter is. Maar ik wist dat 'De Doos' waarin de werkjes verzameld kunnen worden net wat groter is. Zo weefde ik een klein werkje, om daarvan afdrukken in papier mee te maken. Gedrukt met grote druk en zonder inkt, zodat het in reliëf in het papier zichtbaar wordt.

Locht avorum, 140 x 176 mm, 2018

Ik sneed smalle strookjes uit de restanten van Willem's schilderijen en lette vooral op de structuur en nauwelijks op de zichtbare vormen en kleuren. Juist dat leverde in mijn ogen toch een interessant beeld op. Aan de linkerkant verschijnt er zelfs de vorm van een kruis. Ik zag dat pas achteraf, als ik het had gezien terwijl ik het maakte, had ik het waarschijnlijk niet zo gelaten. Dat is het mooie van toevalligheden. Er gebeuren dingen die je niet durft te bedenken. Ik weet ook niet of Willem affiniteit had met de Christelijke symboliek, maar als iemand geleden heeft, gestorven is, dan mag wat mij betreft het kruis verschijnen.

Blinddruk

Op de foto hierboven de afdruk, ook wel blinddruk of preeg genoemd. Omdat de kleur geen rol meer speelt, is de vorm van het kruis weer verdwenen. Wel zie je in het reliëf vormen en structuren die in het weefsel niet opvallen.

Die blinddrukken zijn dus bestemd voor abonnees op 'De Doos'. Het weefseltje vond ik wel geschikt voor de tentoonstelling. Nadenkend over hoe je dat op kunt hangen, viel mijn oog op het grijze karton van mappen uit het atelier van Klaus van de Locht. Klaus overleed in 2003, hij werkte in het atelier waarin na hem Willem Muijs heeft gewerkt. Dus als ik het 'weefseltje van Willem' op dat karton, zichtbaar met sporen van Klaus, zou monteren, dan levert dat een fysieke gelaagdheid op die verwijst naar de twee kunstenaars die na elkaar werkten in dat atelier op Hessenberg 1.

Onder Willem's geweven stroken zie je de door Klaus met rood krijt geschreven fragmenten van woorden (zie de foto bovenaan deze blogpost). Op de mappen schreef hij de titels van de series die erin opgeborgen waren, zoals Rijnland Pijnland of Insula Batavorum. Die fragmenten zijn de titels die ik aan mijn kleine werkjes gaf.

Mappen uit het atelier van Klaus van de Locht

Toen ik dit aan Casper ter Heerdt vertelde, gaf hij me een boekje over Klaus met daarin onderstaande foto. In de kast links staat een hele rij van die mappen. Achter Klaus hangen, met wasknijpers aan een paar lijntjes, tekeningen en een reproductie (?) met een kruisiging. Verschijnt ook hier nota bene het kruis! "Schrijver, hou je hoofd erbij, dit is een foto van het atelier van Klaus, niet van Willem!".

Atelier Klaus van de Locht, foto © Peter Bliek

 

Marloes Meijburg

'Het formaat en materiaal moeten er echt bij!'. Marloes was daarover heel stellig in het gesprek dat we met elkaar hadden over wat er wel en niet op de lijst bij de tentoonstelling moest komen. "Het materiaal waarmee ik werk is heel belangrijk".  Haar fascinatie voor oude schildermaterialen en technieken levert werk op met een bijzondere huid. Oppervlak van verf en aardstoffen, een gevoelige materialiteit. Ze schildert altijd landschappen.

In het schilderij op de foto hieronder is de blik naar beneden gericht, de denkbeeldige horizon bevindt zich boven ons gezichtsveld. Marloes vertelt dat ze aan het schilderij begon met het idee om een stuk grond van 140 x 176 te schilderen. Op een moment dat ze niet wist hoe ze verder moest, deelde ze op WhatsApp een foto van het schilderij met vrienden. Andreas Hetfeld, goede vriend van Willem, zag hem toevallig en moest denken aan een tekening van een dode ooievaar die Willem ooit maakte. Hij stuurde die naar Marloes. Wonderlijk genoeg kende zij dat werk van Willem niet, maar toen ze met de beamer de dode ooievaar op haar eigen schilderij projecteerde vielen de twee beelden schitterend samen en wist ze hoe ze verder moest. Alsof de gestorven ooievaar haar stukje grond weer tot leven wekte. Als je een beetje gevoelig bent voor symboliek, mooier kun je het niet krijgen!

Marloes Meijburg, 'Untitled', 140 x 176, Caseïne en olieverf op linnen

Klik op projectie van de ooievaar om het filmpje te zien dat Marloes maakte.

In een van de publicaties die Willem Muijs maakte over zijn project Het atelier als mentaal landschap staat een houtskooltekening van zijn eigen atelier. Omdat ik hierboven al hetzelfde atelier liet zien (toen nog van Klaus), zocht ik hem op. Tot mijn grote verrassing heeft Willem de tekening van de dode ooievaar op de ezel staan. Ik denk dat hij dat zo heeft gearrangeerd, immers draaide dat hele project om het atelier als spiegel van mentale processen die zich in het hoofd van de kunstenaar afspelen. Dan laat je het niet aan het toeval over wat er in het zicht staat of ligt.

Ik zie nog iets anders opmerkelijks, aan de rechterkant ligt een tekening naar een fresco van Massacio uit de Brancacci-kapel in Florence. De voorstelling: de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs. Helemaal aan de rand van de tekening, de onderbenen en voeten staan er niet op, alsof ze het beeld uit lopen...

Willem Muijs, atelier

... even terug naar mijn vorige atelierbericht waarin ik schreef over mijn 'Triptiek voor W.M.'. De drie werken hebben alledrie een eigen titel. De eerste twee, '..edges..' en '..heaven..' dienden zich gewoon aan. Ik vond ze concreet en tegelijk geladen met betekenis. Maar bij de derde 'W.M. in Paradisum' voelde ik enige reserve. Ik had er geen idee van of Willem met zo'n door en door Christelijk motief geassocieerd zou willen worden. Nu ik in zijn atelier die Massacio zie liggen, ben ik er wel enigszins gerust op.