Cas 2, 9XI15

Cas 2, 9XI15

Vorige week te gast op het InScience filmfestval; in een panelgesprek na de film Mugshot (documentaire over het gebruik in de VS om politiefoto’s openbaar te maken), vraag uit het publiek:

“Waarom schilder je juist deze mensen? Is er eigenlijk wel een verschil met mensen waar niks mee aan de hand is?”

Mijn antwoord, dat ik uitgenodigd ben om het te doen en vertel over de missie van het project, was voor de vragensteller niet voldoende. Hij vroeg door, wilde van me horen of het voor míj verschil maakt. Ik begon toen over de bijzondere openhartigheid van de meeste modellen, doordat ze eens kunnen praten met ‘iemand van buiten’, iemand die ze niet beoordeelt, enz… Achteraf bedacht ik pas, dat ik gewoon had moeten antwoorden “nee, natuurlijk maakt het niet uit”. Punt: missie bereikt.

Cas, het model van het portret hierboven, kwam eergisteren voor het eerst. Een uurtje maar. Cas, een heel smal gezicht, mager en knokig. Heerlijk om te schilderen, die knokige vormen kun je direct in de beweging van penseelstreken neerzetten; zijn diepe oogkassen, hoe hij loerend door zijn samengeknepen ogen naar mij keek.

Cas 1, 9XI15, detail

Cas 1, 9XI15, detail

Al heel snel had ik het gevoel dat het schilderij me aankeek. De ogen in Cas 1 keken me aan, precies zoals de man zelf dat deed. Schilderij opzij gezet, gewerkt aan Cas 2. Ook daar verscheen het karakter snel, maar het werd een karikatuur. Dat wil ik beslist niet. Daarom ingreep met een spatel, de verf gedeeltelijk wegschrapen. De vormen smeer je daarmee in elkaar. Het middendeel van het gezicht bleef onaangetast… kijken… wat heb ik teweeg gebracht…

“Ik geloof dat het al klaar is. Kom maar eens kijken”.

“Ja, goed zeg, het lijkt precies op me!”

Ook het voor mij nog niet voltooide Cas 1 beviel hem helemaal. Toch neem ik de beslissing ‘andere keer verder’. Ik kijk er dan met frisse ogen naar. Kan best zijn dat ik het wel zo laat. Voorlopig laten rusten dus. Voldaan, twee portretjes binnen een uur overkomt me niet vaak.

Later begon er wel iets te knagen. Cas 2 is een mooi schilderijtje. Maar, laat het ‘buiten’ aan iemand zien, grote kans dat je de reactie krijgt: ‘Ja ja, je kunt wel zien dat er met die man iets aan de hand is ‘. Dat oordeel willen we toch juist niet, we hebben toch een missie… het menselijke weergeven… knaag… knaag…

Weer een dag verder, het knagen is over. Het schilderijtje is klaar. Waar het voor mij alleen maar om gaat, is dat ik goede schilderijen maak. Dat is het enige waarover ik oordeel. Niet afhankelijk van wat anderen vinden of misschien zullen vinden. Het model beslist niet of het portret goed is, maar de schilder. Mij evenmin laten leiden door verwachtingen van de moeder van het model, of de mogelijke reacties van ‘buiten’.

 

Zo snel als het ging bij Cas, zo moeizaam is het portretteren van Dor. Een grote man met een heel groot hoofd. Te groot voor op zo’n klein schilderijtje. Dus een deel van het  silhouet, bepalend voor de vorm, mis ik. Het grote volume heeft bijna geen geledingen. Hieronder het portret na drie middagen ploeteren.

Dor 1, 6X/2XI15

Dor 1, 6X/2XI15

Terwijl ik, na de derde sessie, mijn materiaal aan het opruimen was, kwam Dor met een cadeautje. Hij had appelmoes gemaakt, met rozijnen. Overvloedig, groot als hij is. Lekker, was het. Ik vroeg wat voor appels hij had gebruikt.

“Goudreinetten”.

Toen pas zag ik hoe ik hem geschilderd had als een grote rode goudreinet. Dor is een buitenmens, rode blos op de wangen van het dagelijks werken in de tuin. De titel van het portret, Dor, de door het model toevallig uitgekozen naam van het sterrenbeeld: Dorade, Goudvis. Ook die klopt wonderwel. Deze grote man zit al zevenendertig jaar vast.

 

Tot slot het al eerder getoonde portret Tuc 5. Omdat ik vijf portretten van hem voorlopig wel genoeg vind, begon ik niet aan een nieuwe, blijf ik aan dit schilderij verder werken.  Bij de vorige sessie verscheen het verschil tussen de twee ogen. Nu is dat bijna verdwenen, het schilderijtje wordt kleurig en geboetseerd door de verschillende lagen verf. Ik werk er aan door.

Tuc 5, 19X/2XI15, onvoltooid

Tuc 5, 19X/2XI15, onvoltooid

Wordt vervolgd.