portrettenproject Long Stay TBS

Categorie: Geen categorie (Pagina 9 van 13)

Zonder oordeel

Cas 2, 9XI15

Cas 2, 9XI15

Vorige week te gast op het InScience filmfestval; in een panelgesprek na de film Mugshot (documentaire over het gebruik in de VS om politiefoto’s openbaar te maken), vraag uit het publiek:

“Waarom schilder je juist deze mensen? Is er eigenlijk wel een verschil met mensen waar niks mee aan de hand is?”

Mijn antwoord, dat ik uitgenodigd ben om het te doen en vertel over de missie van het project, was voor de vragensteller niet voldoende. Hij vroeg door, wilde van me horen of het voor míj verschil maakt. Ik begon toen over de bijzondere openhartigheid van de meeste modellen, doordat ze eens kunnen praten met ‘iemand van buiten’, iemand die ze niet beoordeelt, enz… Achteraf bedacht ik pas, dat ik gewoon had moeten antwoorden “nee, natuurlijk maakt het niet uit”. Punt: missie bereikt.

Cas, het model van het portret hierboven, kwam eergisteren voor het eerst. Een uurtje maar. Cas, een heel smal gezicht, mager en knokig. Heerlijk om te schilderen, die knokige vormen kun je direct in de beweging van penseelstreken neerzetten; zijn diepe oogkassen, hoe hij loerend door zijn samengeknepen ogen naar mij keek.

Cas 1, 9XI15, detail

Cas 1, 9XI15, detail

Al heel snel had ik het gevoel dat het schilderij me aankeek. De ogen in Cas 1 keken me aan, precies zoals de man zelf dat deed. Schilderij opzij gezet, gewerkt aan Cas 2. Ook daar verscheen het karakter snel, maar het werd een karikatuur. Dat wil ik beslist niet. Daarom ingreep met een spatel, de verf gedeeltelijk wegschrapen. De vormen smeer je daarmee in elkaar. Het middendeel van het gezicht bleef onaangetast… kijken… wat heb ik teweeg gebracht…

“Ik geloof dat het al klaar is. Kom maar eens kijken”.

“Ja, goed zeg, het lijkt precies op me!”

Ook het voor mij nog niet voltooide Cas 1 beviel hem helemaal. Toch neem ik de beslissing ‘andere keer verder’. Ik kijk er dan met frisse ogen naar. Kan best zijn dat ik het wel zo laat. Voorlopig laten rusten dus. Voldaan, twee portretjes binnen een uur overkomt me niet vaak.

Later begon er wel iets te knagen. Cas 2 is een mooi schilderijtje. Maar, laat het ‘buiten’ aan iemand zien, grote kans dat je de reactie krijgt: ‘Ja ja, je kunt wel zien dat er met die man iets aan de hand is ‘. Dat oordeel willen we toch juist niet, we hebben toch een missie… het menselijke weergeven… knaag… knaag…

Weer een dag verder, het knagen is over. Het schilderijtje is klaar. Waar het voor mij alleen maar om gaat, is dat ik goede schilderijen maak. Dat is het enige waarover ik oordeel. Niet afhankelijk van wat anderen vinden of misschien zullen vinden. Het model beslist niet of het portret goed is, maar de schilder. Mij evenmin laten leiden door verwachtingen van de moeder van het model, of de mogelijke reacties van ‘buiten’.

 

Zo snel als het ging bij Cas, zo moeizaam is het portretteren van Dor. Een grote man met een heel groot hoofd. Te groot voor op zo’n klein schilderijtje. Dus een deel van het  silhouet, bepalend voor de vorm, mis ik. Het grote volume heeft bijna geen geledingen. Hieronder het portret na drie middagen ploeteren.

Dor 1, 6X/2XI15

Dor 1, 6X/2XI15

Terwijl ik, na de derde sessie, mijn materiaal aan het opruimen was, kwam Dor met een cadeautje. Hij had appelmoes gemaakt, met rozijnen. Overvloedig, groot als hij is. Lekker, was het. Ik vroeg wat voor appels hij had gebruikt.

“Goudreinetten”.

Toen pas zag ik hoe ik hem geschilderd had als een grote rode goudreinet. Dor is een buitenmens, rode blos op de wangen van het dagelijks werken in de tuin. De titel van het portret, Dor, de door het model toevallig uitgekozen naam van het sterrenbeeld: Dorade, Goudvis. Ook die klopt wonderwel. Deze grote man zit al zevenendertig jaar vast.

 

Tot slot het al eerder getoonde portret Tuc 5. Omdat ik vijf portretten van hem voorlopig wel genoeg vind, begon ik niet aan een nieuwe, blijf ik aan dit schilderij verder werken.  Bij de vorige sessie verscheen het verschil tussen de twee ogen. Nu is dat bijna verdwenen, het schilderijtje wordt kleurig en geboetseerd door de verschillende lagen verf. Ik werk er aan door.

Tuc 5, 19X/2XI15, onvoltooid

Tuc 5, 19X/2XI15, onvoltooid

Wordt vervolgd.

 

Bewaakte ogenblikken

Com 3, 27X15

Com 3, 27X15

Com, ik schilderde hem op 20 juli:

“Wanneer gaan we verder met de portretten?”

Na het schrijven van “Henk, mag ik er uit?”, waarin ik Com beschrijf als een in zichzelf opgesloten man,  beschouwde ik de portretten als voltooid:

“Ik vind dat ze klaar zijn, maar zal ik aan een derde portret beginnen?”

Sinds de eerste sessie is er een merkbare band tussen ons. De laatste weken klinkt er als hij mij ziet zelfs een luid uitgesproken “Henkie!!!”  Ik verwacht dan ook meer toegang tot hem te krijgen dan de vorige keer. Als Com gaat zitten neemt hij echt een pose aan. Ik heb dat liever niet, geef de voorkeur aan een meer levendige houding. Ondanks mijn aansporingen om niet ‘bevroren’ te blijven zitten, doet hij zijn best om dat wel te doen. Gelukkig houdt hij het niet vol, wordt steeds afgeleid door wat hij door het raam buiten ziet gebeuren. Daartoe moet hij zijn hoofd een beetje draaien. Zo krijg ik afwisselend twee houdingen te zien. De poserende Com en de naar buiten kijkende.

Als ik de portretten van het begin van het project met die van nu vergelijk, is er een verschil in aanpak en aandacht. Ik werk er langer aan, zelden zijn ze na één sessie klaar; en, ik heb het idee dat ik meer aandacht voor de ogen heb. Dus dat  afwisselende naar buiten en naar binnen kijken van Com bevalt me wel. Alhoewel, naar binnen kijken zie ik niet bij hem. Het is meer staren. Een soort niet kijken. Het herinnert me aan wat hij de vorige keer zei:

“Ik heb helemaal niks meegemaakt. Ik zit al vijfendertig jaar vast”.

Zou het werkelijk zo zijn? Of is hij niet in staat om naar binnen te kijken? Ik kan me voorstellen dat hij het liever niet doet, naar binnen kijken is toch vaak terug kijken.

 

Het portret For 2 hieronder, het model waarvan in het vorige blogbericht For 3 te zien was, vertelt een heel ander verhaal. Het heeft geen ogen, geen gelaat. Is hier eigenlijk wel iemand te zien? Is het een portret van een mens?

For 2, 30VI/19X15

For 2, 30VI/19X15

For, het gezellig kletsende model van een week terug, had toen ook iets explosiefs, was bij deze sessie zwaar depressief. De begeleider in de werkplaats, waar ik For ophaalde, meende dat individuele aandacht misschien wel goed zou kunnen werken. Waarschuwde me om niet in het negatieve mee te gaan. Ik hernam portret For 2. Er aan werkend was er nauwelijks oogcontact mogelijk. Af en toe riep ik ‘ben je er nog?’ Dan ging het weer even. Uiteindelijk verscheen er een portret van een depressief mens. Samen er naar kijkend, besloot ik:

“Dit kan ik je niet aan doen, ik schraap alles eraf.”

Terwijl het model toekeek schraapte ik met een beweging alle verf eraf, naar boven. Over de bovenkant van het schilderij stulpt de verf een beetje over de rand heen. Daar is nog een spoor van het gebruikte rood zichtbaar.

For 2, 30VI/19X15, detail

For 2, 30VI/19X15 op de ezel, detail met over de bovenrand stulpende verf

Dit gebaar, het portret van zichtbare depressie verlossen, is een gebaar van compassie. Zeker als het model er naast staat en er naar kijkt. Ik doe dat om het schilderij van een stemming te bevrijden, niet om met het resultaat iets zichtbaar te maken. Maar, als ik een paar dagen later het schilderij terug zie, dan zie ik een portret van een depressie. Een portret zonder naar buiten gerichte zintuigen. In het reliëf, onder de afgeschraapte verf, is nog vaag de omtrek van een oog te zien. Een oog dat niets meer ziet dan zichzelf.

 

Tot slot een portret van Tuc, inmiddels het vijfde van hem.

Tuc 5, 19X15

Tuc 5, 19X15

Na een hele ochtend intensief werken constateer ik, dat het voor de tweede keer is dat ik hem nadrukkelijk met één oog dicht en één oog open geschilderd heb. Door de veeg vanuit de ooghoek keek dat ene open oog ook nog eens scheel. Met een paar kleine streekjes en vlekjes loste ik dat op. Ik besprak dit met Tuc. Hij vertelde toen dat zijn rechteroog niet meer kan bewegen, de oogspieren zijn verlamd. Kijkend en schilderend komt zo een trauma aan het licht.

 

Bij alle drie besproken modellen werk ik nu aan meer dan twee portretten. De toestroom van nieuwe modellen gaat wat langzamer dan in het begin. Vandaar dat ik bezig ben meer portretten te maken van een aantal mensen. Op de atelierfoto van 27 oktober is te zien dat ik die daar bij heb gehangen. Wie de foto aandachtig vergelijkt met die van twee weken eerder, zal zien dat er ineens heel wat meer portretten hangen.

27 oktober 2015

27 oktober 2015

 

 

 

 

 

 

 

De handen doen het werk

Tuc 4, 21IX/5X15

Tuc 4, 21IX/5X15

Niet te geloven dat dit hetzelfde portret is dat ik al eerder liet zien aan het eind van mijn bericht van 1 oktober. Daar beschrijf ik mijn twijfel of ik wel verder kan met dit schilderij, omdat het zo sterk verbonden is met de op dat moment zichtbare pijn op het gelaat van Tuc. Twee weken later, dezelfde pijn en een paar uur schilderen verder. Een ruimtelijk en bijna geboetseerd portret. Het sterke licht van links, door de opstelling in de werkruimte die ik voor Tuc gekozen heb. Met zijlicht worden de vormen in het gezicht goed zichtbaar, wat voor het schilderen fijn is. Toch vermijd ik dat zoveel mogelijk. Het zou alle portretten dezelfde lichte zijkant geven, met aan de andere kant de donkere schaduw. In dit project zou dat makkelijk gelezen kunnen worden als: ja, je kunt wel zien, iedereen heeft zijn donkere en zijn lichte kant. Dat vind ik té voor de hand liggend. Daarom zijn alle portretten geschilderd met het licht van voren. Ik heb de ramen achter me. Het model kan naar buiten kijken.

Dit portret is duidelijk het resultaat van de vele uren die ik met Tuc schilderend, pratend en zwijgend doorbracht. Als contrast hiermee een portret dat ik in minder dan een uur deed.

For 3, 13X15

For 3, 13X15

 

For 3 is het derde portret dat ik van dit model maakte. De twee andere, van eind juni, ontstonden onder druk:

“Overmorgen komt mijn moeder op bezoek. Ik wil haar een portret geven. Is het dan klaar?”

Inmiddels ben ik daar wel aan gewend geraakt. Zeker een op de drie portretten, die eigenlijk voor de modellen zelf bestemd zijn, gaan als geschenk naar hun moeder. Aanvankelijk was dat lastig. Ik zat onwillekeurig rekening te houden met wat die mij onbekende moeder graag zou willen zien. De portretten werden daar niet beter van. Dus die eerste twee portretten van For opnieuw onder handen genomen.  En een derde begonnen:

“Kan me niet schelen wat je moeder hier van vindt”.

Ik was van plan met brede kwasten en grote streken het omvangrijke gezicht lekker borstelend te schilderen. Koos daarvoor de uitzonderlijke opstelling met zijlicht (te zien op de atelierfoto onderaan dit bericht). Maar, zoals wel vaker gebeurt, mijn handen deden iets heel anders. Met de kleinste marterharen penselen ontstond al tekenend het portret. Dunne, golvende lijnen. Geconcentreerd werken, For ondertussen gezellig kletsen. Alsof ik met die zachte penselen me een weg naar binnen schilderde.  Later brede streken er overheen. Het portret is niet alleen gezellig, het heeft ook iets explosiefs. Als ik aan dat geklets terugdenk, geloof ik dat het wel klopt.

 

Cae 1, 22IX/12X15

Cae 1, 22IX/12X15

Model Cae liet ik al eerder zien. Cae 2 is het schilderijtje in een fractie van een seconde gemaakt. De paars-bruinige vlek  waarvan ik me afvraag of ik dat wel een portret mag noemen. Inmiddels heb ik nogal wat reacties op dat blogbericht gekregen: ‘prachtig schilderij’. Het waren niet alleen collega’s die zo reageerden. In de kliniek daarentegen vindt men het wel raar. Ik laat Cae 2 rusten, ben inmiddels ook met Cae 3 bezig. Daardoor vrij kunnen werken aan het hier getoonde Cae 1. Dit model wil het portret dat hij krijgt aan zijn ouders (!) schenken. Dat belemmert me niet, in dit portret bekommerde ik me nauwelijks om gelijkenis. Verrassend genoeg herkent Cae zichzelf. Als tweejarige!

 

Tot slot nog een detailfoto van een portret dat nog onderweg is. Soms maak ik foto’s van details die ik heel treffend vind. Toen ik deze foto zag, dacht ik: ‘was dit maar het hele schilderij’. Zijn er over een tijdje van die ‘ingezoomde’ portretten… bij deze foto ligt daarvan dan het begin.

Oct 1, 15IX/6X15, detail

Oct 1, 15IX/6X15, detail

 

13 oktober 2015 opstelling met licht van links

13 oktober 2015
opstelling met licht van links met op de ezel For 2

 

 

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2022 Henk Hage

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑